1 januari 2015

 

Per 1 januari 2015 zijn een aantal wijzigingen doorgevoerd in de verkeerskundige wet- en regelgeving.

 

Bewegwijzering bij NBd

Na een een periode van 10 jaar van versnippering van het systeem, zal vanaf 1 januari 2015 de Nationale Bewegwijzeringsdienst (NBd) voor alle 411 wegbeheerders in Nederland de wettelijke taak van bewegwijzering op het wegennet uitvoeren. De NBd is een samenwerking tussen gemeenten (VNG), provincies (IPO), waterschappen (UvW) en Rijkswaterstaat (RWS).


De NBd is hiermee formeel verantwoordelijk geworden voor het opstellen van de bewegwijzeringsplannen, de coördinatie en afstemming met wegbeheerders en het beheer van de database voor bewegwijzering. De afzonderlijke wegbeheerders blijven zelf verantwoordelijk voor de feitelijke plaatsing en het beheer en onderhoud van de borden. Zij kunnen deze taken ook onderbrengen bij de NBd. Inmiddels maakt 85% van de wegbeheerders hiervan gebruik.


Dit zorgt ervoor dat het bewegwijzeringssysteem verder wordt geoptimaliseerd. De NBd blijft voor de uitvoering van deze taken een beroep doen op marktpartijen. Met de regie van de NBd op de bewegwijzering hebben weggebruikers voortaan met een eenduidig systeem van wegwijzers te maken. Uniforme bewegwijzering zorgt voor duidelijkheid en bevordert de doorstroom van verkeer en de verkeersveiligheid.

 

Nieuwe regels tegen ‘huftergedrag’ op de weg

Sinds 1 januari 2015 zijn 23 verkeersovertredingen die nu nog vallen onder de wet Mulder bij het strafrecht ondergebracht. Het gaat vooral om ‘hufterregels’ die de verloedering in het verkeer moeten tegengaan. Door 23 ernstigste overtredingen onder te brengen bij het strafrecht worden overtreders uit de anonimiteit gehaald omdat de overtreder altijd voor de rechter moet verschijnen. Hierbij kan dan ook rekening worden gehouden met iemands verkeersverleden. Bovendien biedt het strafrecht een breder arsenaal aan sancties.


De overtredingen die bij het strafrecht worden ondergebracht zijn:

  • Als weggebruiker niet opvolgen van aanwijzingen gegeven door middel van verlichte transparant op personen-, bedrijfsauto of motorfiets van politie.
  • Als weggebruiker niet stoppen voor een stopteken; gegeven door middel van een rode lamp.
  • Als weggebruiker niet stoppen voor een stopteken; gegeven met een aan een politievoertuig aangebrachte verlichte transparant.
  • Als bestuurder een bestuurder van een gehandicaptenvoertuig, die op een voetgangersoversteekplaats oversteekt of kennelijk op het punt staat over te steken, niet voor laten gaan.
  • Als bestuurder een voertuig inhalen vlak voor of op een voetgangersoversteekplaats.
  • Als bestuurder een andere bestuurder die links heeft voorgesorteerd en een teken geeft linksaf te willen slaan, links inhalen.
  • Als bestuurder een voetganger, die op een voetgangersoversteekplaats oversteekt of kennelijk op het punt staat over te steken, niet voor laten gaan.
  • Als bestuurder een persoon die zich moeilijk voortbeweegt niet voor laten gaan.
  • Behoudens in noodgevallen als weggebruiker op een autosnelweg; over de vluchtstrook of vluchthaven rijden.
  • Als weggebruiker bij verlicht rood kruis een rijstrook gebruiken.
  • Als bestuurder een blinde, voorzien van een blindenstok niet voor laten gaan.
  • Als weggebruiker geen gevolg geven aan een door een opsporingsambtenaar ter zake van het verkeer op de weg gegeven aanwijzing.
  • Als bestuurder van een motorrijtuig dat motorrijtuig niet op eerste vordering stilhouden.
  • Anders dan als bestuurder van een motorvoertuig waarmee sneller mag en kan worden gereden dan 60 kilometer per uur, een autosnelweg gebruiken.
  • Als bestuurder van een motorvoertuig op een autosnelweg keren.
  • Als bestuurder van een motorvoertuig op een autosnelweg achteruitrijden.
  • Als bestuurder van een motorvoertuig op een autosnelweg deze op de rijbaan laten stilstaan.
  • Anders dan als bestuurder van een motorvoertuig waarmee sneller mag en kan worden gereden dan 50 kilometer per uur, een autoweg gebruiken.

 

Nieuwe eisen materiaal en materieel tijdelijke verkeersmaatregelen

Voor de toepassing van tijdelijke verkeersmaatregelen zijn landelijk richtlijnen opgesteld door CROW uit Ede. Het richtlijndeel ‘Specificaties voor materiaal en materieel – Werk in Uitvoering 96a/96b’ geeft kaders en eisen  voor materiaal en materieel dat wordt toegepast bij verkeersmaatregelen rond werk in uitvoering. De beschreven maatregelen komen overeen met de stand der techniek, wat wil zeggen dat ze als acceptabel/geaccepteerd worden beschouwd.


Maart 2013 is een nieuwe publicatie uitgegeven. Hierin zijn voor de toepassing van materialen nieuwe eisen geformuleerd, waarbij een overgangstermijn werd gehanteerd voor de toepassing van bestaande materialen.


Per 1 januari 2015 zijn de volgende wijzigingen van kracht:


Retroreflecterend materiaal

Deze eis geldt in het algemeen voor het retroreflecterend materiaal dat op onderdelen van de tijdelijke maatregel wordt toegepast. De eis is conform NEN-EN 12899-1 van klasse II naar klasse III aangepast. Voor deze verzwaring werd tot 1 januari 2015 voor bestaande borden klasse II geaccepteerd.


Geleidebakens

De eisen aan geleidebakens zijn aangepast aan het gebruik in de praktijk. De mogelijkheid om geleidebakens toe te passen die aan slechts één zijde zijn voorzien van een rood-witte afbeelding, vervalt. Vanaf 1 januari 2015 mogen alleen geleidebakens worden toegepast die aan beide zijden zijn voorzien van een rood-witte afbeelding.


Verkeerskegels

De eisen voor de verkeerskegels zijn aangepast aan het gebruik en de ervaringen in de praktijk. De oranje fluorescerende verkeerskegels (zonder rood-wit retroreflecterende afbeelding) worden steeds minder gebruikt. Bij verkeerskegels die bestaan uit een samenstel van een afzonderlijke kegel en een (verzwaarde) voet bleek in de praktijk dat kegel en voet na aanrijding van elkaar los kunnen komen. Om die reden schrijven veel wegbeheerders het gebruik van verkeerskegels uit één geheel voor. Oranje fluorescerende verkeerskegels en verkeerkegels die bestaan uit een samenstel van kegel en (verzwaarde) voet mogen vanaf 1 januari 2015 niet meer toegepast worden.


Barriermarkering

De eisen voor de barriermarkering zijn aangepast aan het gebruik in de praktijk. De rood-wit gestreepte retroreflecterende schilden die haaks op de barrierelementen worden geplaatst, worden steeds minder gebruikt. Deze rood-wit gestreepte retroreflecterende schilden mogen vanaf 1 januari 2015 niet meer toegepast worden.


Meer informatie over het richtlijndeel ‘Specificaties voor materiaal en materieel – Werk in Uitvoering 96a/96b’ kan je lezen op onze webpagina over de herziene publicaties 96b.