Opleiding en aanstelling beroepsverkeersregelaars

 

Sinds 1 maart 2009 is verkeersregeling wettelijk geregeld in de Regeling verkeersregelaars 2009. Onderstaande voorschriften zijn vermeld in die regeling en hebben betrekking op verkeersregelaars met in het kader van hun beroep verkeersregelende taken, de zogenaamde beroepsverkeersregelaars.

Opleiding en aanstelling

De opleiding en aanstelling van beroepsverkeersregelaars verloopt volgens het volgende stroomschema:


Om een aanstelling als beroepsverkeersregelaar te kunnen krijgen moeten de volgende stappen worden doorlopen:

  1. Eerst moet met goed gevolg aan de theoriecursus worden deelgenomen.
  2. Vervolgens kan worden deelgenomen aan de praktijkcursus.
  3. Deze cursus wordt afgesloten met een praktijkexamen van minimaal 15 minuten op een kruising in aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de politie.
  4. Als ook de praktijkcursus met goed gevolg is afgesloten, ontvangt de kandidaat-verkeersregelaar een getuigschrift met politiewaarmerk.
  5. De werkgever moet een verklaring overleggen, waaruit blijkt dat de betrokken kandidaat daadwerkelijk als verkeersregelaar zal worden ingezet.
  6. Als de kandidaat kan aantonen dat hij 18 jaar of ouder is kan hij/zij een aanstelling aanvragen.
  7. Uiteindelijk bepaalt de burgemeester (plaatselijk) of de minister van Infrastructuur en Milieu (landelijk) of de kandidaat een aanstelling als verkeersregelaar krijgt.


Voor wie

Artikel 2 van de Regeling verkeersregelaars 2009 vermeld het volgende:

  • personen, die in het kader van de uitoefening van hun beroep waar nodig verkeersregelende taken gaan verrichten, indien het verrichten van die taken naar het oordeel van het tot aanstelling bevoegde gezag als hun hoofdwerkzaamheden moet worden beschouwd of moet worden geacht nauw verband te houden met de uitoefening van hun hoofdwerkzaamheden.


Artikel 6 van de Regeling verkeersregelaars 2009 vermeld het volgende:

  1. Voor de aanstelling als verkeersregelaar met in het kader van het beroep verkeersregelende taken komen slechts in aanmerking personen die:
    1. o a. de leeftijd van tenminste 18 jaren hebben bereikt;
    2. in het bezit zijn van een getuigschrift dat op de dag van de aanvraag niet ouder is dan 6 maanden, of voor zover het betreft migrerende beroepsbeoefenaars, een certificaat waaruit blijkt dat met goed gevolg een proeve van bekwaamheid is afgelegd of een verklaring waaruit blijkt dat gedurende een periode van negen maanden een aanpassingstage als bedoeld in artikel 1, van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties is doorlopen;
    3. in het bezit zijn van een schriftelijke verklaring van de werkgever waaruit blijkt dat deze betrokkene in het kader van diens beroep wenst in te zetten als verkeersregelaar; en
    4. in het bezit zijn van een met het oog op het optreden als verkeersregelaar met in het kader van het beroep verkeersregelende werkzaamheden afgegeven verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, die op de dag van de aanvraag niet ouder is dan twee maanden of voor zover het betreft migrerende beroepsbeoefenaars, een hiermee overeenkomend document, afgegeven door het bevoegd gezag van de betrokken staat van oorsprong of herkomst.
  2. Verkeersregelaars met in het kader van het beroep verkeersregelende taken die in aanmerking komen voor een aanstelling ingevolge artikel 56, eerste lid, onder a, van het BABW, dienen in afwijking van het eerste lid, onder c, in het bezit te zijn van een verklaring van de werkgever waaruit blijkt dat deze betrokkene in het kader van diens beroep frequent in meerdere niet-aangrenzende gemeenten en niet uitsluitend in één provincie wenst in te zetten als verkeersregelaar. Deze verklaring is niet vereist voor de aanstelling van personen die als weginspecteur in dienst zijn van Rijkswaterstaat.


Voor aanstelling als beroepsverkeersregelaar komen op grond van artikel 2 uitsluitend kandidaten in aanmerking, die verkeersregelaar van beroep worden, zoals bij bedrijven die verkeersregelaars verhuren, of van wie de verkeersregeling nauw met hun beroep verwant is, zoals bij toezichthouders die zijn aangesteld om de politie te ontlasten, buitengewoon opsporringsambtenaren werkzaam in het domein openbare ruimte, brandweerlieden, medewerkers van ov-bedrijven die optreden bij storingen en ongevallen, medewerkers van de afdeling wegbeheer van gemeenten en provincies, wegenbouwbedrijven, e.d.


Niet alle medewerkers van de hiervoor vermelde en soortgelijke bedrijven of bedrijfsonderdelen kunnen als verkeersregelaar worden aangewezen. Het gaat uitsluitend om mensen, die verkeersregeling als hoofdtaak of nauw verwant met hun hoofdtaak uitvoeren. Dit laatste moet blijken uit een verklaring, die door de werkgever bij de aanvraag om aanstelling moet worden overlegd.


Voor hoe lang

Artikel 7 van de Regeling verkeersregelaars 2009 vermeld:

  1. De aanstelling van verkeersregelaars met in het kader van het beroep verkeersregelende taken geschiedt voor een periode van vijf jaren en wordt vastgelegd in een aanstellingsbesluit. Bij de aanstelling kan een beperking in de uitoefening van de bevoegdheid worden opgelegd.


Artikel 8 van de Regeling verkeersregelaars 2009 vermeld:

  1. De aanstelling van verkeersregelaars met in het kader van hun beroep verkeersregelende taken kan telkens voor een periode van vijf jaren worden verlengd, met dien verstande dat de verkeersregelaars middels een schriftelijke verklaring van de werkgever aannemelijk maken in het afgelopen jaar in het kader van hetzelfde beroep frequent verkeersregelend te hebben opgetreden.
  2. De in het eerste lid bedoelde verkeersregelaars zijn tevens in het bezit van een verklaring omtrent gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, die op de dag van de aanvraag niet ouder is dan twee maanden.
  3. De in het eerste lid en in het tweede lid bedoelde verklaringen zijn niet vereist voor de verlenging van de aanstelling van verkeersregelaars die als weginspecteur in dienst zijn van Rijkswaterstaat.
  4. De aanvraag tot verlenging wordt uiterlijk zes maanden na het verstrijken van de geldigheid van de eerder afgegeven aanstelling ingediend.


Intrekking

Artikel 15 van de Regeling verkeersregelaar 2009 vermeld:

  1. Het ingevolge artikel 56, eerste lid, van het BABW bevoegde bestuursorgaan kan de aanstelling intrekken indien:
    1. de aan het bevoegde gezag verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig dan wel in strijd met de waarheid blijken te zijn dat op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen, indien bij de beoordeling daarvan de juiste gegevens bekend waren geweest;
    2. de beschikking door het bevoegde gezag in strijd met de wettelijke voorschriften is afgegeven;
    3. het bevoegde gezag, na schriftelijke advisering door de politie, van oordeel is dat de betrokken verkeersregelaar met in het kader van het beroep verkeersregelende taken tijdens werkzaamheden in die hoedanigheid gedragingen heeft verricht waardoor het verkeer in gevaar is of kon worden gebracht of heeft gehandeld in strijd met voorschriften, gegeven bij of krachtens de wet;
    4. indien zulks naar het oordeel van het bevoegde gezag nodig is in verband met verandering van wetgeving of gewijzigde omstandigheden of inzichten;
    5. de verkeersregelaar met in het kader van het beroep verkeersregelende taken daartoe een verzoek indient;
    6. de verkeersregelaar met in het kader van het beroep verkeersregelende taken niet meer het beroep uitoefent ten behoeve waarvan de aanstelling is verleend.
  2. De intrekking van de aanstelling geschiedt schriftelijk.