Verkeersborden in België

 

De Wegcode


1 DECEMBER 1975. - Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.


Titel III: Verkeerstekens


Hoofdstuk II: Verkeersborden

Artikel 65. Algemene bepalingen

65.1. De verkeersborden worden ingedeeld in zes categorieën:

A. Gevaarsborden.
B. Verkeersborden betreffende de voorrang.
C. Verbodsborden.
D. Gebodsborden.
E. Verkeersborden betreffende het stilstaan en parkeren.
F. Aanwijzingsborden.

65.2. De betekenis van een verkeersbord kan worden aangevuld, nader bepaald of beperkt door een wit opschrift of symbool op een rechthoekig onderbord met blauwe achtergrond dat onder het teken bevestigd is.
De onderborden betreffende de fietsen en tweewielige bromfietsen hebben evenwel zwarte opschriften en symbolen op witte achtergronden en zijn van één van de volgende modellen :
M.1. M.2. M.3. M.4.
M.5. M.6. M.7. M.8.
M.9 M.10
Behoudens plaatselijke omstandigheden vullen de onderborden M2 tot M5 respectievelijk de borden C1 en F19 aan.
C19 F19
De onderborden bij de verkeersborden C24a en D4 dragen de letters B, C, D of E in zwart opschrift op een witte ondergrond en zien eruit als volgt :
65.3. Signalisatie met veranderlijke informatie
Wanneer gevaarsborden, verkeersborden betreffende de voorrang, verbodsborden, gebodsborden of aanwijzingsborden in hetzelfde signaleringsbord kunnen verschijnen, mogen de symbolen en opschriften met een donkere kleur, weergegeven worden in een lichte kleur en de achtergronden met een lichte kleur worden vervangen door donkere achtergronden.

De rode kleur van het symbool van een verkeersbord en van zijn rand wordt niet gewijzigd.

De verkeersborden behouden hun betekenis.

65.4. Rijstrooksignalisatie
Wanneer een gevaarsbord, een verkeersbord betreffende de voorrang, een verbodsbord, een gebodsbord of een aanwijzingsbord geplaatst is boven een rijstrook, of wanneer gebruik is gemaakt van verkeersborden F89 en F91, geldt de aanwijzing die door het bord gegeven wordt alleen voor die rijstrook.
65.5. Signalisatie met zonale geldigheid
1. Aan de verbodsborden en de borden betreffende het parkeren kan de zonale geldigheid worden gegeven.

Hun betekenis blijft ongewijzigd.

2. De Minister van Verkeerswezen bepaalt de verkeersborden die voor signalisatie met zonale geldigheid gebruikt kunnen worden.
3. Ze komen voor op een bord met witte achtergrond.
Voorbeelden :
Begin van een zone waar het parkeren voorbehouden is voor voertuigen met een maximale toegelaten massa van niet meer dan 3,5 ton. Einde van een zone waar het parkeren voorbehouden is voor voertuigen met een maximale toegelaten massa van niet meer dan 3,5 ton.
Begin van een zone met beperkte parkeertijd (blauwe zone). Einde van een zone met beperkte parkeertijd.
Begin van een zone waar het verboden is een gespan of een voertuig met meer dan twee wielen links in te halen. Einde van een zone waar het verboden is een gespan of een voertuig met meer dan twee wielen links in te halen.
Begin van een zone waar de toegang verboden is voor bestuurders van voertuigen waarvan de massa in beladen toestand hoger is dan de aangeduide massa. Einde van een zone waar de toegang verboden is voor bestuurders van voertuigen waarvan de massa in beladen toestand hoger is dan de aangeduide massa.
Begin van een zone waar de snelheid beperkt is tot de aangeduide snelheid. Einde van een zone waar de snelheid beperkt is tot de aangeduide snelheid.

4. Het verkeersbord betreffende het begin van een zone waar een bijzonder verbod of een bijzondere regel inzake parkeren van toepassing is, wordt rechts geplaatst aan elke toegang tot deze zone.

Het mag links herhaald worden.

5. Het verkeersbord betreffende het einde van een zone wordt geplaatst aan elke uitgang; het mag aan de achterzijde van het verkeersbord betreffende het begin van een zone bevestigd worden.
6. De reglementering geldt in gans de aldus afgebakende zone, behoudens, voor wat het parkeren betreft, op plaatsen waar door middel van verkeerstekens een andere parkeerregeling is voorzien.
7. Het verkeersbord dat het begin van een verbodszone aangeeft, mag aangekondigd worden door een gelijkaardig verkeersbord aangevuld met de vermelding van de afstand, bij benadering, waarop de verbodszone begint.
8. De reglementering die in de zone van toepassing is mag herhaald worden door een bord gelijkaardig aan dat geplaatst bij het begin van de zone, aangevuld met het woord "Herhaling".

9. De betekenis van een signalisatie met zonale geldigheid kan worden aangevuld, nader bepaald of beperkt door een zwart opschrift of symbool.


Evenwel mag, voor wat betreft het verkeersbord E9a, het opschrift of het symbool in het wit op de blauwe achtergrond van het bord aangebracht worden.

Voorbeelden :

10. Snelheidszones worden aangeduid door het verkeersbord C43 waaraan overeenkomstig 65.5.3. zonale geldigheid wordt gegeven.


Vanaf het zonebord tot het eindezonebord is het verboden te rijden met een hogere snelheid dan de zonale snelheid.


Het zonebord wordt rechts geplaatst aan elke toegang tot de desbetreffende snelheidszone. Het bord mag links herhaald worden.


Wanneer binnen de zone het bord C43 een andere snelheid aanduidt, dan geldt vanaf het volgende kruispunt opnieuw de zonale snelheid. Het zonebord wordt niet herhaald.


Binnen de snelheidszone mag geen bord C43 worden geplaatst die een hogere snelheid aanduidt dan de zonale snelheid.


Wanneer binnen de zone, een erf, woonerf, of schoolomgeving wordt afgebakend, dan geldt vanaf het einde van het erf, woonerf of schoolomgeving opnieuw de zonale snelheid. Het zonebord wordt niet herhaald.


Wanneer binnen de zone een bebouwde kom wordt afgebakend, dan moet op het einde van de bebouwde kom het zonebord evenwel opnieuw geplaatst worden.


Wanneer binnen de zone een andere snelheidszone wordt afgebakend, dan moet op het einde van de andere snelheidszone het zonebord opnieuw geplaatst worden.

De punten 65.5.6. tot en met 65.5.9. zijn niet van toepassing op snelheidszones.

11. De wegbeheerder mag binnen de snelheidszone aan verlichtingspalen en verkeerspalen een zelfklevend vignet of herkenningsbord bevestigen met een afbeelding van het verkeersbord C43 die zonale snelheid in herinnering brengt.


Het vignet en het herkenningsbord dienen als herkenningsteken en hebben op zich geen bindende gevolgen voor de weggebruiker.


De minister bevoegd voor het wegverkeer kan de plaatsingsvoorwaarden en de afmetingen van het vignet en het herkenningsbord bepalen.

65.6. Beperking van de draagwijdte van de verkeersborden.
Wanneer een verkeersbord slechts betrekking heeft op een uitrit rechts van de rijbaan die in rijstroken is verdeeld, wordt het aangevuld met een onderbord van volgend model :

Add Content...

Artikel 66. Gevaarsborden

66.1. De gevaarsborden worden rechts geplaatst; wanneer de plaatsgesteldheid het niet toelaat mogen zij evenwel boven de rijbaan geplaatst worden.

Zij mogen herhaald worden op de plaatsen waar het verkeer het rechtvaardigt.

66.2. Met uitzondering van de verkeersborden A45 en A47 die aan of in de onmiddellijke nabijheid van de overweg geplaatst worden, worden de gevaarsborden aangebracht op ongeveer 150 m afstand van de gevaarlijke plaats.
In bijzondere omstandigheden mogen zij evenwel op een kleinere of grotere afstand dan 150 m aangebracht worden; in dit geval wordt bij benadering de afstand tussen het teken en de gevaarlijke plaats op een onderbord aangeduid.
De lengte van een gevaarlijk gedeelte van de openbare weg kan aangeduid worden door een onderbord van volgend model:
66.4. De gevaarsborden worden hierna afgebeeld :
Gevaarlijke bocht.
Bocht naar links.
Gevaarlijke bocht.
Bocht naar rechts.
A1a A1b
Gevaarlijke bocht.
Dubbele bocht of opeenvolging van meer dan twee bochten, de eerste naar links.
Gevaarlijke bocht.
Dubbele bocht of opeenvolging van meer dan twee bochten, de eerste naar rechts.
A1c A1d
Gevaarlijke daling. Steile helling.
A3 A5
Rijbaanversmalling. Rijbaanversmalling.
A7a A7b
Rijbaanversmalling. Beweegbare brug
A7c A9
Uitweg op een kaai of een oever. Uitholling overdwars of ezelsrug.
A11 A13
Verhoogde inrichting(en)

Glibberige rijbaan.

Het onderbord van volgend model mag gebruikt worden om aan te duiden dat de weg glad kan zijn ten gevolge van ijzel of sneeuw.

A14 A15
Kiezelprojectie. Vallende stenen.
A17 A19
Oversteekplaats voor voetgangers. Plaats waar speciaal veel kinderen komen.
A21 A23
Oversteekplaats voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen of plaats waar die bestuurders van een fietspad op de rijbaan komen. Doortocht van groot wild.
A25 A27
Doortocht van vee. Werken.
A29 A31
Verkeerslichten. Overtocht van vliegtuigen op geringe hoogte.
A33 A35
Zijwind. Verkeer toegelaten in twee richtingen na een gedeelte van de rijbaan met eenrichtingsverkeer.
A37 A39
Overweg met slagbomen. Overweg zonder slagbomen.
A41 A43
Overweg voor enkel spoor. Overweg voor twee of meer sporen.
A45 A47
Kruising van een openbare weg door een of meer in de rijbaan aangelegde sporen. Gevaar dat niet door een speciaal symbool wordt bepaald.
Een onderbord duidt de aard van het gevaar aan
A49 A51

Add Content...

Artikel 67. Verkeersborden betreffende de voorrang
67.1. De verkeersborden betreffende de voorrang worden rechts geplaatst. Zij mogen boven de rijbaan of links herhaald worden.
67.2. Een onderbord van volgend model mag de verkeersborden B1, B3, B5, B7 en B15 aanvullen om het tracé van de weg aan te duiden waarop de bestuurders aan het volgend kruispunt voorrang hebben.
67.3. De verkeersborden betreffende de voorrang worden hierna afgebeeld:
Voorrang verlenen. Verkeersbord dat het verkeersbord B1 aankondigt op de bij benadering aangeduide afstand.
B1 B3
Stoppen en voorrang verlenen. Verkeersbord dat het verkeersbord B5 aankondigt op de bij benadering aangeduide afstand.
B5 B7
Voorrangsweg. Wanneer het verkeersbord B9 voor of op het kruispunt geplaatst is, mag het eveneens met dit onderbord aangevuld worden.
B9
Einde van voorrangsweg. Verkeersbord dat het verkeersbord B11 aankondigt op de bij benadering aangeduide afstand.
B11 B13
Voorrang.
De horizontale streep van het symbool mag worden gewijzigd om duidelijker plaatsgesteldheid weer te geven.
Kruispunt waar de voorrang van rechts geldt.
B15 B17
Smalle doorgang.
Gebod doorgang te verlenen aan de bestuurders die uit de tegenovergestelde richting komen.
Smalle doorgang.
Voorrang ten opzichte van de bestuurders die uit de tegenovergestelde richting komen.
B19 B21
Krachtens verkeersbord B22 mogen fietsers de in artikel 61 bedoelde driekleurige verkeerslichten voorbijrijden om rechts af te slaan, wanneer het verkeerslicht op rood of oranjegeel staat, op voorwaarde dat zij hierbij voorrang verlenen aan de andere weggebruikers die zich verplaatsen op de openbare weg of op de rijbaan. Krachtens verkeersbord B23 mogen fietsers de in artikel 61 bedoelde driekleurige verkeerslichten voorbijrijden om rechtdoor te rijden, wanneer het verkeerslicht op rood of oranjegeel staat, op voorwaarde dat zij hierbij voorrang verlenen aan de andere weggebruikers die zich verplaatsen op de openbare weg of op de rijbaan vanaf het rode of oranjegele licht.
B22 B23
67.4.1° Een onderbord van het model M9 of M10 bedoeld in artikel 65.2. mag de verkeersborden B1, B5 en B17 aanvullen om aan te duiden dat fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen in de twee rijrichtingen rijden op de dwarslopende openbare weg die men gaat oprijden.

      

     

   

   

67.4.2° Een onderbord van het model M1 of M8 bedoeld in artikel 65.2. mag de verkeersborden B1 en B5 aanvullen wanneer die verkeersborden alleen betrekking hebben op de fietsers of op fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen.

 

 

  

 

67.4.3° Het voorrangsbord B23 mag alleen worden gebruikt op voorwaarde dat de fietsers geen verkeersstroom moeten dwarsen.

Add Content...

Artikel 68. Verbodsborden

68.1. De verbodsborden worden rechts geplaatst; wanneer de plaatsgesteldheid het evenwel niet toelaat mogen zij boven de rijbaan geplaatst worden.

Zij mogen herhaald worden op de plaatsen waar het verkeer het rechtvaardigt.

68.2. Een verbodsbord mag aangekondigd worden door een gelijkaardig verkeersbord, aangevuld met een onderbord dat bij benadering de afstand aanduidt waarop het verbod begint.
68.3. De verbodsborden en de eindverbodsborden worden hierna afgebeeld:
Verboden richting voor ieder bestuurder. Verboden toegang, in beide richtingen, voor ieder bestuurder.
C1 C3
Verboden toegang voor bestuurders van motorvoertuigen met meer dan twee wielen en van motorfietsen met zijspan.
Wanneer het verkeersbord is aangevuld met de vermelding "Uitgezonderd 2+" of "3+" zijn de rijbaan of de rijstrook aldus gesignaleerd, slechts toegankelijk voor voertuigen met ten minste 2 of 3 inzittenden, naargelang van de vermelding, evenals voor de voertuigen van de geregelde openbare diensten voor gemeenschappelijk vervoer.
De andere voertuigen mogen de aldus gesignaleerde rijstroken slechts volgen:
- om de op en afritten te gebruiken;
- om van richting te veranderen of om een aanpalende eigendom te bereiken.
Verboden toegang voor bestuurders van motorvoertuigen met vier wielen, geconstrueerd voor onverhard terrein, met een open carrosserie, een stuur als op een motorfiets en een zadel.
C5 C6
Verboden toegang voor bestuurders van motorfietsen. Verboden toegang voor bestuurders van bromfietsen.
C7 C8
Verboden toegang voor bestuurders van rijwielen. Verboden toegang voor bestuurders van gespannen.
C11 C13
Verboden toegang voor ruiters. Verboden toegang voor bestuurders van handkarren.
C15 C17
Verboden toegang voor voetgangers. Verboden toegang voor bestuurders van voertuigen waarvan de massa in beladen toestand hoger is dan de aangeduide massa.
C19 C21
Verboden toegang voor bestuurders van autocars. Verboden toegang voor bestuurders van voertuigen gebruikt voor het vervoer van zaken.
Een opschrift op een onderbord beperkt het verbod tot de bestuurders van voertuigen waarvan de massa in beladen toestand hoger is dan de aangeduide massa.
C22 C23
Verboden toegang voor bestuurders van voertuigen die de gevaarlijke goederen, bepaald door de voor vervoer van gevaarlijke goederen bevoegde Ministers, vervoeren.
Een onderbord met vermelding van de letter B, C, D of E duidt aan dat het verbod geldt voor alle voertuigen die gevaarlijke goederen vervoeren waarvoor de toegang tot wegtunnels van respectievelijk categorie B, C, D of E verboden is, zoals deze categorieën voorzien zijn in artikel 1.9.5.2 van bijlage A van het Europees verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR), ondertekend te Genève op 30 september 1957.
Verboden toegang voor bestuurders van voertuigen die de gevaarlijke ontvlambare of ontplofbare stoffen, bepaald door de voor vervoer van gevaarlijke goederen bevoegde Ministers, vervoeren.
C24a C24b
Verboden toegang voor bestuurders van voertuigen die de gevaarlijke verontreinigende stoffen, bepaald door de voor vervoer van gevaarlijke goederen bevoegde Ministers, vervoeren. erboden toegang voor bestuurders van voertuigen of slepen waarvan de lengte, lading inbegrepen, groter is dan de aangeduide.
C24c C25
Verboden toegang voor bestuurders van voertuigen waarvan de breedte, lading inbegrepen, groter is dan de aangeduide. Verboden toegang voor bestuurders van voertuigen waarvan de hoogte, lading inbegrepen, groter is dan de aangeduide.
C27 C29

Verbod aan het volgend kruispunt af te slaan in de richting door de pijl aangegeven. Vanaf het verkeersbord tot het volgend kruispunt, verbod te keren.
C31a en C31b C33
Vanaf het verkeersbord tot het volgend kruispunt, verbod een gespan of een voertuig met meer dan twee wielen, links in te halen. Einde van het verbod opgelegd door het verkeersbord C35.
C35 C37
Vanaf het verkeersbord tot het volgend kruispunt, verbod voor bestuurders van voertuigen of slepen gebruikt voor het vervoer van zaken, waarvan de maximale toegelaten massa meer dan 3.500 kg bedraagt, een gespan of een voertuig met meer dan twee wielen links in te halen. Einde van het verbod opgelegd door het verkeersbord C39.
C39 C41
Vanaf het verkeersbord tot het volgend kruispunt, verbod te rijden met een grotere snelheid dan deze die is aangeduid.
- De vermelding "km" op het verkeersbord is facultatief.
- Wanneer op een onderbord een bepaalde massa is aangeduid, is het verbod slechts van toepassing op voertuigen waarvan de maximale toegelaten massa hoger is dan de aangeduide.
Het verkeersbord C43 met de vermelding 30 km per uur, geplaatst boven het verkeersbord F1 is van toepassing op alle openbare wegen binnen de bebouwde kom.
Einde van de snelheidsbeperking opgelegd door het verkeersbord C43.
De vermelding "km" op het verkeersbord C45 is facultatief.
Indien gebruik is gemaakt van het verkeersbord C43 met de vermelding 30 km per uur, geplaatst boven het verkeersbord F1, moet het verkeersbord C45 met dezelfde vermelding aangebracht zijn boven het verkeersbord F3 van deze bebouwde kom.
C43 C45
Einde van alle plaatselijke verbodsbepalingen opgelegd aan de voertuigen in beweging. Tolpost.
Verbod voorbij te rijden zonder te stoppen.
Het opschrift mag vervangen worden door het woord "Taks".
C46 C47
Vanaf het verkeersbord tot het volgend kruispunt, verbod de cruise control of kruissnelheidsregelaar te gebruiken.
Een opschrift op een onderbord beperkt het verbod tot de bestuurders van voertuigen waarvan de maximale toegelaten massa hoger is dan de aangeduide massa.
Einde van het verbod opgelegd door het verkeersbord C48.
C48 C49
68.4.1° Een onderbord van het model M.2. bedoeld in artikel 65.2. moet het verkeersbord C1 aanvullen wanneer het verbod niet geldt voor de fietsers.

                  

 

Indien het verbod evenmin geldt voor de bestuurders van tweewielige bromfietsen klasse A, wordt dit verkeersbord aangevuld met een onderbord van het model M.3. bedoeld in artikel 65.2.
68.4.2° Een onderbord van het model M.2. bedoeld in artikel 65.2. moet de verkeersborden C3 en C31 aanvullen wanneer het verbod niet geldt voor de fietsers.

 

 

 

Indien het verbod evenmin geldt voor de bestuurders van tweewielige bromfietsen klasse A, worden die verkeersborden aangevuld met een onderbord van het model M.3. bedoeld in artikel 65.2. De letter "A" wordt weggelaten op het onderbord indien het verbod evenmin geldt voor de bestuurders van tweewielige bromfietsen klasse B.

Add Content...

Artikel 69. Gebodsborden
69.1. De gebodsborden worden aangebracht op de plaats waar zij het best zichtbaar zijn.
69.2. Een gebodsbord mag aangekondigd worden door een gelijkaardig verkeersbord aangevuld met een onderbord dat bij benadering de afstand aanduidt waarop het gebod begint.
69.3. De gebodsborden worden hierna afgebeeld.

Verplichting de door de pijl aangeduide richting te volgen.
De plaatsgesteldheid bepaalt de stand van de pijl.
Wanneer het verkeersbord dat een niet-gebogen pijl voorstelt, op een hindernis geplaatst is, betekent het dat langs de door de pijl aangeduide richting moet voorbijgereden worden.
Verplichting één van de door de pijlen aangeduide richtingen te volgen.
De plaatsgesteldheid bepaalt de stand van de pijlen.
D1 D3
Verplichting voor voertuigen die gevaarlijke goederen vervoeren om de door de pijl aangeduide richting te volgen.
De plaatsgesteldheid bepaalt de stand van de pijl.
Een onderbord met vermelding van de letter B, C, D of E duidt erop dat de verplichting geldt voor voertuigen die gevaarlijke goederen vervoeren en waarvoor de toegang tot wegtunnels van respectievelijk categorie B, C, D of E verboden is, zoals deze categorieën voorzien zijn in artikel 1.9.5.2 van bijlage A van het Europees verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR.), ondertekend te Genève op 30 september 1957.
Verplicht rondgaand verkeer.
D4 D5
Verplicht fietspad. Deel van de openbare weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers, van fietsen en van tweewielige bromfietsen klasse A.
D7 D9
Deel van de openbare weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers en fietsers. Verplichte weg voor voetgangers.
D10 D11
Verplichte weg voor ruiters.
D13
69.4.1° Een onderbord van het model M.2. bedoeld in artikel 65.2. moet het verkeersbord D1 aanvullen wanneer het gebod niet geldt voor fietsers.

 

 

Indien het gebod evenmin geldt voor de bestuurders van tweewielige bromfietsen klasse A wordt dit verkeersbord aangevuld met een onderbord van het model M.3. bedoeld in artikel 65.2.

69.4.2° Een onderbord van het model M.6. bedoeld in artikel 65.2. moet het verkeersbord D7 aanvullen wanneer het fietspad moet gevolgd worden door de bestuurders van tweewielige bromfietsen klasse B.
69.4.3° Een onderbord van het model M.7. bedoeld in artikel 65.2. van dit reglement, moet het verkeersbord D7 aanvullen wanneer het fietspad niet mag gevolgd worden door de bestuurders van tweewielige bromfietsen klasse B.

Add Content...

Artikel 70. Verkeersborden betreffende het stilstaan en parkeren
70.1. De verkeersborden betreffende het stilstaan en parkeren worden hierna afgebeeld. Zij mogen alleen worden aangevuld met het symbool of een van de opschriften voorzien voor iedere categorie van verkeersborden.
70.2.1. Verkeersborden voor parkeer- en stilstandverbod, verkeersborden voor beurtelings parkeren en verkeersborden die het parkeren toelaten of regelen.
1° Verkeersborden voor parkeer- en stilstandverbod.
Parkeerverbod. Stilstaan en parkeren verboden
E1 E3
Een opschrift mag de periode aanduiden tijdens dewelke het verbod geldt.
van 7 tot 19 u van maandag tot vrijdag

van 7 tot 19 u van maandag tot vrijdag
2° Verkeersborden voor beurtelings parkeren.
Parkeerverbod van de 1e tot de 15e van de maand Parkeerverbod van de 16e tot het einde van de maand
E5 E7
a) Het veranderen van kant moet gebeuren op de laatste dag van elke periode tussen 19 u 30 en 20 u.
b) Een onderbord waarbij de parkeerschijf is afgebeeld, duidt aan dat de parkeertijd beperkt is langs de kant waar het parkeren toegelaten is, en dat de schijf moet gebruikt worden.
Het onderbord mag worden aangevuld met de vermelding "uitgezonderd bewoners" voor de personen die in het bezit zijn van de bewonerskaart bedoeld in .
Een onderbord met de vermelding "betalend" duidt aan dat de bestuurder de betaalparkeerkaart moet gebruiken.
De vermelding "betalend" wordt aangevuld met de vermelding "uitgezonderd bewoners" voor de personen die in het bezit zijn van de bewonerskaart bedoeld in artikel 27.1.4.
3° Verkeersborden die het parkeren toelaten of regelen.
Parkeren toegelaten. Parkeren uitsluitend voor motorfietsen, personenauto's, auto's voor dubbelgebruik en minibussen.
E9a E9b
Parkeren uitsluitend voor lichte vrachtauto’s en vrachtauto’s. Parkeren uitsluitend voor autocars.
E9c E9d
Verplicht parkeren op de berm of op het trottoir. Verplicht parkeren deels op de berm of op het trottoir.
E9e E9f
Verplicht parkeren op de rijbaan. Parkeren uitsluitend voor kampeerauto's.
E9g E9h
Parkeren uitsluitend voor motorfietsen.
E9i

a) Een opschrift kan aanduiden :
* de maximumduur van het toegelaten of voorbehouden parkeren.
  vb. - 30 min.
        - van 9 tot 12 u

* een parkeerbeperking.
  vb. - uitgezonderd maandag van 7 tot 19 u.

* de categorie van voertuigen voor dewelke het parkeren voorbehouden is.
  vb. - Taxi's
        - 5 t. max

De aanduiding van een gewichtsbeperking heeft betrekking op de maximale toegelaten massa.

Een onderbord waarop de parkeerschijf is afgebeeld, duidt aan dat de parkeertijd beperkt is en dat de schijf moet gebruikt worden.
Het onderbord mag worden aangevuld met de vermelding "uitgezonderd bewoners" voor de personen die in het bezit zijn van de bewonerskaart bedoeld in artikel 27.1.4.
De parkeerschijf mag op het verkeersbord E9a afgebeeld worden.
c) Een onderbord waarop het hiernavolgend symbool is afgebeeld, duidt aan dat het parkeren voorbehouden is voor voertuigen die gebruikt worden door personen met een handicap.
Het symbool mag op het verkeersbord E9a afgebeeld worden.

d) een onderbord met de vermelding "parkeerkaart", "bewoners" of "autodelen" duidt aan dat het parkeren voorbehouden is voor voertuigen waarop op de binnenkant van de voorruit of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig, respectievelijk de gemeentelijke parkeerkaart, de bewonerskaart of de parkeerkaart voor autodelen is aangebracht.
Deze vermelding mag aangevuld worden met de aanduiding van de periode tijdens dewelke het parkeren voorbehouden is.
e) een onderbord met de vermelding "ticket" duidt een geheel van parkeerplaatsen aan waarop het parkeren slechts toegelaten is volgens de gebruiksmodaliteiten van een ticket afleverende parkeermeter.

f) een onderbord van het model M.1. bedoeld in artikel 65.2. duidt de plaatsen aan waar fietsen mogen geplaatst worden.

Indien op die plaats ook tweewielige bromfietsen mogen geplaatst worden, wordt een onderbord van het model M.8. bedoeld in artikel 65.2. aangebracht.
g) een onderbord met de vermelding "betalend" duidt een geheel van parkeerplaatsen aan waar het parkeren geschiedt overeenkomstig de bepalingen van artikel 27.3.
De vermelding "betalend" mag aangevuld worden met de vermelding "uitgezonderd bewoners" voor de personen die in het bezit zijn van de bewonerskaart bedoeld in artikel 27.1.4.
70.2.2. Geldigheid van de verkeersborden E1, E3, E5, E7 en E9a tot E9g.
1°   De verkeersborden E1, E3, E5, E7 en E9a tot E9g gelden langs de kant van de openbare weg waar zij geplaatst zijn en vanaf het verkeersbord tot het volgende kruispunt.
De verkeersborden E1 en E3 gelden op de rijbaan en op de berm.
De verkeersborden E5 en E7 gelden op de rijbaan.
De verkeersborden E1, E3, E5, E7 en E9a tot E9g worden aangevuld met de hiernavolgende borden:
a) begin van de reglementering b) einde van de reglementering
Wanneer het verbod of de toelating ophoudt vóór het volgend kruispunt, wordt de plaats waar de reglementering eindigt, aangewezen door een verkeersbord gelijkaardig aan het verkeersbord dat het begin aanwijst, aangevuld met bovenaangeduid bord.
Het einde van de reglementering wordt evenwel niet aangeduid :
  • in het geval voorzien onder c) hierna;
  • wanneer het samenvalt met het begin van een andere reglementering van het stilstaan of het parkeren.
c) reglementering over een korte afstand d) reglementering over een lange afstand
Bovenaangeduid bord vult het verkeersbord aan dat het begin van de reglementering aanwijst en vermeldt de afstand waarover het verbod of de toelating geldt. Bovenaangeduid bord vult een verkeersbord aan, gelijkaardig aan het verkeersbord dat het begin van de reglementering aanwijst en dat bij wijze van herhaling geplaatst wordt.
In afwijking van de bepalingen onder 1° gelden de verkeersborden E9a tot E9d, die een parking aanduiden, alleen op deze parking.
Zij worden op de meest geschikte plaatsen aangebracht en worden niet aangevuld met witte borden met zwarte pijl.
70.3. Verkeersbord voor beurtelings parkeren in een bebouwde kom.
Halfmaandelijks parkeren in gans de bebouwde kom
E11
a) Dit verkeersbord wordt boven het verkeersbord F1 geplaatst.
b) Het veranderen van kant moet gebeuren op de laatste dag van elke periode tussen 19 u 30 en 20 u.

Add Content...

Artikel 71. Aanwijzingsborden
71.1. De aanwijzingsborden worden aangebracht op de plaatsen die, gelet op de aard van de verstrekte aanduiding, geschikt zijn.
Op de bewegwijzering naar een autosnelweg en op de bewegwijzering op de autosnelweg zelf, wordt de naam van de buitenlandse bestemmingen vermeld in de taal van het land waar die bestemming zich bevindt.
Indien deze naam ingevolge de toepassing van de gecoördineerde wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken niet reeds op deze signalisatie voorkomt, wordt hij in een ander lettertype en tussen haakjes, hetzij ernaast, hetzij eronder, aan de aangeduide bestemming toegevoegd.
71.2. De voornaamste aanwijzingsborden worden hierna afgebeeld. Andere rechthoekige aanwijzingsborden met een wit opschrift of symbool op blauwe achtergrond mogen in bijzondere gevallen gebruikt worden.

Begin van een bebouwde kom.

Einde van een bebouwde kom.
F1 Dit verkeersbord wordt rechts geplaatst op elke toegangsweg tot een bebouwde kom; het mag links herhaald worden. F3 Dit verkeersbord wordt rechts geplaatst op elke uitvalsweg van een bebouwde kom; het mag links herhaald worden.
Begin van een zone met een snelheidsbeperking van 30 km per uur. Einde van een zone met een snelheidsbeperking van 30 km per uur.
F4a Dit verkeersbord wordt rechts geplaatst aan elke toegang tot een zone met een snelheidsbeperking van 30 km per uur; het mag links herhaald worden. F4b Dit verkeersbord wordt rechts geplaatst aan elke uitgang van een zone met een snelheidsbeperking van 30 km per uur; het mag links herhaald worden.
Begin van een autosnelweg. Einde van een autosnelweg.
F5 De bijzondere verkeersregelen op de autosnelwegen gelden vanaf de plaats waar het verkeersbord aangebracht is. Dit verkeersbord wordt rechts geplaatst en mag links herhaald worden.
Dit verkeersbord mag afgebeeld worden op de verkeersborden F25, F27, F29, F31, F39 en F41 om aan te duiden dat de gesignaleerde reisweg over een autosnelweg gaat.
F7 Dit verkeersbord wordt rechts geplaatst en mag links herhaald worden.
Tunnel. Tunnel met een lengte van meer dan 500 meter.Op onderborden wordt de lengte van de tunnel en eventueel zijn naam aangeduid.
F8
Autoweg. Einde van een autoweg.
F9 De bijzondere verkeersregelen op de autowegen gelden vanaf de plaats waar het verkeersbord is aangebracht tot het volgende kruispunt.
Dit verkeersbord wordt rechts geplaatst en mag links herhaald worden.
Dit verkeersbord mag afgebeeld worden op de verkeersborden F25, F27, F29, F31, F39 en F41 om aan te duiden dat de gesignaleerde reisweg over een autoweg gaat.
F11 Dit verkeersbord wordt rechts geplaatst en mag links herhaald worden.
Begin van een woonerf of van een erf. Einde van een woonerf of van een erf.
F12a De bijzondere verkeersregelen in de woonerven of erven gelden vanaf de plaats waar het verkeersbord aangebracht is. Dit verkeersbord wordt rechts geplaatst aan elke toegang tot een woonerf of erf; het mag links herhaald worden. F12b Dit verkeersbord wordt rechts geplaatst aan elke uitgang van een woonerf of erf; het mag links herhaald worden.
Verkeersbord dat pijlen op de rijbaan aankondigt en de keuze van een rijstrook voorschrijft. Dit verkeersbord kan de verschillende richtingen aanduiden. De streep tussen de rijstroken kan eventueel onderbroken zijn.Het bord mag aangevuld worden om de voorsorteringsstroken voorbehouden voor het verkeer van fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen aan te duiden.
F13
Opstelvak voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen.
F14
Verkeersbord dat de keuze van een richting voorschrijft.

- neerwaarts gerichte pijlen hebben betrekking op doorgaande richtingen;

- schuin opwaarts gerichte pijlen hebben betrekking op afslaande richtingen;

- het aantal pijlen vertegenwoordigt het aantal rijstroken.

F15
Aanduiding van de rijstroken van een rijbaan met een strook voorbehouden voor autobussen. Aanwijzing van een bijzondere overrijdbare bedding, voorbehouden aan het verkeer van voertuigen van geregelde diensten voor gemeenschappelijk vervoer.
F17 F18
Openbare weg met eenrichtingsverkeer. Rechts of links voorbijrijden toegelaten.
F19 F21
Nummer van een gewone weg. Nummer van een autosnelweg.
F23a F23b
Nummer van een internationale weg. Nummer van een ring.
F23c F23d
Voorwegwijzer. Voorwegwijzer.
F25 F27
Wegwijzer. Wegwijzer.
F29 De afstand in km kan op de wegwijzer aangeduid zijn. F31 Reisweg over een autosnelweg.
De afstand in km kan op de wegwijzer aangeduid zijn.
Bewegwijzeringsbord op afstand luchthaven, universitair centrum, kliniek en ziekenhuis, beurs- of tentoonstellingshal, haven, wijk, ring, bedrijf, industriepark en commercieel centrum.De afstand in km kan op de wegwijzer aangeduid zijn.Het verkeersbord mag aangevuld worden met het symbool van het verkeersbord F53 en met de volgende symbolen :
F33a
Luchthaven Beurs- of tentoonstellingshal
S1 S2
Haven Car-Ferry
S3 S4
Bedrijf en industriepark
S5
Bewegwijzeringsbord op afstand vallei of waterloop van toeristische aard.De afstand in km kan op de wegwijzer aangeduid zijn.
F33b
Bewegwijzeringsbord op afstand sportcentrum, plaats met een toeristisch of ontspannend karakter, recreatie- of pretpark, cultureel park, monument, merkwaardig landschap.Het verkeersbord mag aangevuld worden met de symbolen van het type S. 30. tot S. 36.
F33c
Bewegwijzeringsbord in de nabijheid van inrichtingen en etablissementen die openbaar zijn of van algemeen belang, en in 't bijzonder luchthaven, bibliotheek, post- en telefoonkantoor, brandweer en civiele bescherming, cultureel centrum of complex, animatiecentrum, openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (O.C.M.W.), begraafplaats, kliniek en ziekenhuis, politiediensten, onderwijsinstelling, station van de diensten voor het gemeenschappelijk vervoer, televisieomroep, plaats voor eredienst, museum, gerechtsgebouw, parking, haven, hulppost, taxatiekantoor, schouwburg, bedrijf,  industriepark en commercieel centrum.
F34a Het verkeersbord mag aangevuld worden met het symbool van de verkeersborden F33a, F53, F55, F59 en F61 alsook met de volgende symbolen :
Politiediensten Brandweer
S10 S11
Civiele bescherming Begraafplaats
S12 S13
Busstation Treinstation
S14 S15
Wegstation Stadhuis of gemeentehuis (voorbeeld)
S16 S17
Plaats voor eredienst Gerechtsgebouw
S18 S19
Auto-slaaptrein Postkantoor
S20 S21

Wegwijzer aanbevolen reisweg voor bepaalde categorieën van weggebruikers.Het verkeersbord wordt aangevuld met het (de) symbool(olen) van de verkeersborden C11, C15 en C19.De afstand in km en fracties van km kan op de wegwijzer aangeduid zijn.Op het verkeersbord F34b.2, zijn de vermelding van de bestemming en de pijl facultatief.
F34b.1 en F34b.2

Wegwijzer aanbevolen reisweg naar een toeristische bestemming voor bepaalde categorieën van weggebruikers.Het verkeersbord wordt aangevuld met het (de) symbool(olen) van de verkeersborden C11, C15 en C19.De afstand in km en gedeelten van km kan op de wegwijzer aangeduid zijn.Op het verkeersbord F34c2, zijn de vermelding van de bestemming en de pijl facultatief.
F34c.1 en F34c.2
Wegwijzer sportcentrum, plaats met een toeristisch of ontspannend karakter, recreatie- of pretpark, cultureel park, monument, merkwaardig landschap, vereniging tot bevordering van het vreemdelingenverkeer.
F35 Het verkeersbord mag aangevuld worden met het symbool van het verkeersbord F77 en met de volgende symbolen :
Sportcentrum, stadion, omnisporthal Kasteel
S30 De Minister van Verkeerswezen bepaalt de bijzondere symbolen die mogen gebruikt worden voor het aanduiden van bepaalde sporttakken. S31
Ruïnes Klooster, abdij
S32 S33
Cultureel park, recreatie- of pretpark Een specifiek symbool in 't zwart op witte achtergrond kan evenwel worden gebruikt.
S34
Monument en merkwaardig landschap die op specifieke wijze afgebeeld worden (voorbeeld). Natuurpark
S35 S36
Wegwijzer jeugdherberg, overnachtingsgelegenheden, kampeer- en caravanterrein, restaurant en vakantiedorp.Het verkeersbord mag aangevuld worden met de symbolen van de verkeersborden F65, F67, F71, F73 en F75
F37
Voorwegwijzer die een omlegging aankondigt. Wegwijzer, omleggingsweg.
F39 F41
Plaatsnaambord. Doodlopende weg.
F43 F45
Einde van de werken. Oversteekplaats voor voetgangers.
F47 F49
Oversteekplaats voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen. Verkeersbord dat de bestuurders die van richting veranderen wijst op fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen die dezelfde openbare weg volgen.
De reproduktie van het verkeersbord A25 kan vervangen worden door de reproduktie van het verkeersbord A21 om op een oversteekplaats voor voetgangers te wijzen.
F50 F50bis
Ondergrondse of bovengrondse oversteekplaats voor voetgangers.
F51
Aankondiging van een nooduitgang in tunnels.

Aankondiging van de dichtstbijzijnde nooduitgang, in de aangeduide richting, in tunnels. De afstand in meter is aangeduid op het verkeersbord.
F52 F52bis
Verplegingsinrichting.
Hulppost.
F53 F55
Brandblusapparaat. Waterloop.
F56 F57
Aankondiging van een parking. Aankondiging van een overdekte parking.
F59 F60
Telefoon. Noodtelefoon.
F61 F62
Benzinepost. Hotel of motel.
F63 F65
Restaurant. Drankgelegenheid.
F67 F69
Kampeerterrein. Caravanterrein.
F71 F73
Jeugdherberg. Vereniging tot bevordering van het vreemdelingenverkeer, trefpunt voor toeristische informatie.
F75 F77
Verkeersborden die gebruikt worden om de voorlopige aanwijzingen te geven bij werken. Het aantal pijlen moet overeenstemmen met het werkelijk aantal rijstroken. Het symbool moet overeenstemmen met de plaatsgesteldheid.
Voorwegwijzer die de vermindering van het aantal rijstroken aankondigt. Voorwegwijzer die een uitwijking aankondigt.
F79 F81
Voorwegwijzer die een doorsteek van de middenberm aankondigt. Verkeer toegelaten in beide richtingen op een deel van de rijbaan met eenrichtingsverkeer.
F83 F85
Verhoogde inrichting(en).
F87
Voorwegwijzer die een gevaar of een verkeersregel aankondigt die slechts van toepassing is op een of meerdere rijstroken van een rijbaan die meerdere rijstroken in dezelfde richting omvat.Dit verkeersbord mag niet boven de rijbaan geplaatst worden.De aankondiging van een gevaar of een verkeersregel kan boven de rijbaan aangebracht worden, boven de rijstrook waarvoor ze bestemd is, zonder dat het verkeersbord F89 geplaatst wordt.
F89
Verkeersbord dat een gevaar aanduidt of een verkeersregel voorschrijft die slechts van toepassing is op één of meerdere rijstroken van een rijbaan die meerdere rijstroken in dezelfde richting omvat.Dit verkeersbord mag niet boven de rijbaan geplaatst worden.De aankondiging van een gevaar of een verkeersregel kan boven de rijbaan aangebracht worden, boven de rijstrook waarvoor ze bestemd is, zonder dat het verkeersbord F91 geplaatst wordt.
F91
Verkeersbord dat een radio-omroep aanduidt waar verkeersinformatie gegeven wordt. Noodstopstrook.
Het symbool mag aangepast worden om duidelijker de plaatsgesteldheid weer te geven.
F93 F95
Verkeersbord dat een versmalling aanduidt die de omvang van een rijstrook heeft.Het symbool mag aangepast worden om duidelijker de plaatsgesteldheid weer te geven.
F97
Vluchthaven. Een onderbord met volgende symbolen duidt aan dat de vluchthaven uitgerust is met een noodtelefoon en een brandblusser.
F98
Weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers, fietsers en ruiters. Het verkeersbord mag aangepast worden volgens de categorie(ën) van weggebruiker(s) die tot deze weg is (zijn) toegelaten.
F99a
Weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers, fietsers en ruiters met aanduiding van het deel van de weg dat bestemd is voor de verschillende categorieën van weggebruikers.
Het verkeersbord mag aangepast worden volgens de categorie(ën) van weggebruiker(s) die tot deze weg is (zijn) toegelaten.
F99b
Weg voorbehouden voor landbouwvoertuigen, voetgangers, fietsers en ruiters.Het verkeersbord mag aangepast worden volgens de categorieën van weggebruikers.
F99c
Einde van de weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers, fietsers en ruiters.Het verkeersbord mag aangepast worden volgens de categorie(ën) van weggebruiker(s) die tot deze weg is (zijn) toegelaten.
F101a
Einde van de weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers, fietsers en ruiters met aanduiding van het deel van de weg dat bestemd is voor de verschillende categorieën van weggebruikers.
Het verkeersbord mag aangepast worden volgens de categorie(ën) van weggebruiker(s), die tot deze weg is (zijn) toegelaten.
F101b
Einde van de weg voorbehouden voor landbouwvoertuigen, voetgangers, fietsers en ruiters.
Het verkeersbord mag aangepast worden volgens de categorieën van weggebruikers.
F101c
Begin van een voetgangerszone.Dit verkeersbord wordt rechts geplaatst aan elke toegang tot een voetgangerszone; het mag links herhaald worden.
F103
Einde van een voetgangerszone.Dit verkeersbord wordt rechts geplaatst aan elke uitgang van een voetgangerszone; het mag links herhaald worden
F105
Inhaaltoelating.
Vanaf dit verkeersbord tot aan het verkeersbord F109 is het voor de bestuurders van voertuigen en slepen gebruikt voor het vervoer van zaken met een maximale toegelaten massa van meer dan 3,5 ton toegelaten om een gespan, een tweewielig motorvoertuig of een voertuig met meer dan twee wielen links in te halen.
F107

Einde van de toelating.

Einde van de toelating voor de bestuurders van voertuigen en slepen gebruikt voor het vervoer van zaken met een maximale toegelaten massa van meer dan 3,5 ton om een gespan, een tweewielig motorvoertuig of een voertuig met meer dan twee wielen links in te halen.

F109
F111 Begin van een fietsstraat.
De vermelding "Fietsstraat" op het verkeersbord is facultatief.
F113 Einde van een fietsstraat.
De vermelding "Fietsstraat" op het verkeersbord is facultatief.
F111 F113

71.3 Een onderbord van het model M.4. bedoeld in moet het verkeersbord F19 aanvullen indien de fietsers in de twee richtingen mogen rijden.

Indien de bestuurders van tweewielige bromfietsen klasse A eveneens in de twee richtingen mogen rijden, wordt dit verkeersbord aangevuld met een onderbord van het model M.5 bedoeld in artikel 65.2.
Deze onderborden wijzigen de draagwijdte van het verkeersbord niet.

Add Content...